De verhuur van een werkkamer in een woning geeft nog geen recht op btw-aftrek als alleen aan de vereiste van zelfstandigheid is voldaan. Men moet ook aannemelijk kunnen maken dat sprake is van een economische activiteit. De verhuur moet dan gericht zijn op het verkrijgen van duurzaam opbrengst.
Om te bepalen of sprake is van een economische activiteit moet men zelfstandige activiteiten afzonderlijk toetsen. Zie ook ‘Btw-heffing vereist economische activiteit’. Zo moet bijvoorbeeld de verhuur van een werkkamer door een dga aan zijn bv los worden gezien van de werkzaamheden die de dga voor zijn bv verricht. Zie in dit kader ook ons bericht: ‘Verhuur onzelfstandig deel woning geen grond voor onderneming’. Maar dan is het nog niet klaar. Vervolgens zal de fiscus kijken of sprake is van exploitatie van een vermogensbestanddeel, die erop gericht is om duurzaam opbrengst uit te krijgen. Voldoet men niet aan beide eisen, dan bestaat geen recht op btw-aftrek.
Geen duurzaam opbrengst
Dit bleek bijvoorbeeld uit een zaak voor Rechtbank Arnhem. Het ging om een maatschap die btw wilde aftrekken met betrekking tot een nieuwbouw woning van de twee enige maten, namelijk een echtpaar. De maatschap verhuurde een werkkamer in de woning aan de bv van één van de maten. Volgens de rechtbank voldeed men wel aan de vereiste van zelfstandigheid, maar niet aan de tweede vereiste. Het was namelijk aan de maatschap om aannemelijk te maken dat de verhuur was gericht op het verkrijgen van duurzaam opbrengst. Het feit dat er een huurovereenkomst was gesloten, dat de overeengekomen huurprijs was voldaan en de btw daarover werd aangegeven en betaald, was volgens de rechter onvoldoende. De rechtbank vond dat de huuropbrengst niet kwalificeerde als duurzaam opbrengst. Gezien de aard van de verhuurde ruimte zou een niet-gelieerde partij deze ruimte namelijk niet huren. De fiscus had de aftrek van voorbelasting daarom terecht afgewezen.
Meer informatie: Rechtbank Arnhem, 22 mei 2012, LJN: BW6224
Geef een reactie