De Belastingdienst hoeft fiscale constructies niet te accepteren als deze misbruik van recht vormen. In een recente zaak oordeelde de Hoge Raad dat deze situatie zich ook kan voordoen als de belastingplichtige een constructie opzet met een niet-gelieerde partij.
Een stichting die als onderwijsinstelling bijna uitsluitend btw-vrijgestelde prestaties verrichtte, had in de periode van 1 juli 1999 tot en met 1 juni 2003 verschillende investeringsgoederen gekocht. De onderwijsinstelling had ten behoeve van een niet-gelieerde stichting een vijfjarig vruchtgebruik gevestigd op deze investeringsgoederen. Omdat het vestigen van een vruchtgebruik op roerende zaken een belaste prestatie is, moest de onderwijsinstelling btw factureren en afdragen. De instelling zou daardoor ook de btw op de investeringsgoederen mogen aftrekken. De onderwijsinstelling verstrekte de andere stichting een lening voor de financiering van de vergoeding voor het vruchtgebruik. Daarnaast sloten beide partijen een huurovereenkomst, zodat de onderwijsinstelling de goederen weer terughuurde van de andere stichting. De andere stichting kon haar schuld aan de onderwijsinstelling aflossen door haar teruggaaf van voorbelasting over de vergoeding voor het vruchtgebruik en de jaarlijkse huursommen. De andere stichting ontving voor haar medewerking aan de transacties een bedrag van € 17.500.
Misbruik van recht
Volgens de inspecteur had de onderwijsinstelling deze constructie alleen opgezet om de btw over de investeringsgoederen te kunnen aftrekken. Hij zag dit als een vorm van misbruik van recht en stond daarom niet toe dat de onderwijsinstelling voorbelasting op de investeringsgoederen aftrok. Toen de instelling in cassatie ging, volgde de Hoge Raad het standpunt van de Belastingdienst. De onderwijsinstelling stelde dat hier geen sprake kon zijn van misbruik van recht, omdat zij en de andere stichting geen gelieerde lichamen waren. Maar de Hoge Raad stelde dat misbruik van recht zich niet alleen voordoet bij rechtshandelingen tussen gelieerde partijen. Overigens zijn de feiten en omstandigheden zeer belangrijk voor de vraag of sprake is van misbruik van recht. Zie ‘Overdracht schoolgebouw aan stichting is niet altijd fraus legis’ over een zaak waarin een gemeente de btw over de bouwkosten van een schoolgebouw kon aftrekken nadat dit gebouw was verkocht aan een zelf opgerichte stichting.
Wet: artikel 15 OB 1968
Meer informatie: Hoge Raad, 26 oktober 2012, LJN: BU8247
Geef een reactie