Een stichting die het algemeen belang beoogde verloor de ANBI-status vanwege de commerciële verhuur van een pand. Door de verhuuractiviteiten diende de stichting met haar activiteiten niet voor minstens 90% het algemeen belang.
Het ging in deze zaak om een stichting die als doel had de verspreiding van de ideeën van een spiritueel leraar over spirituele verlichting. Deze ideeën zag de stichting als een mogelijkheid om geestelijk vrij te worden en in zoverre vond de rechtbank dat sprake was met een levensbeschouwelijk instelling. Maar voor de ANBI-status moest ook uit de feitelijke omstandigheden blijken dat de stichting het algemeen doel beoogde. Om dit te beoordelen bekeek de rechter de inkomsten die de stichting kreeg door verhuuractiviteiten van een pand. De stichting stelde het pand kosteloos ter beschikking aan een andere stichting, die het commercieel verhuurde. Ook al vond de juridische verhuur plaats door tussenkomst van de stichting, toch was er sprake van commerciële exploitatie van het pand. De rechtbank oordeelde dat de stichting met deze commerciële verhuur niet het algemeen belang behartigde. En omdat het pand gemiddeld een dag per week ter beschikking stond om te worden verhuurd, kwam de rechter tot de conclusie dat de stichting alleen al met deze verhuuractiviteiten voor meer dan 10% niet het algemeen belang diende. De inspecteur had de ANBI-status terecht ingetrokken.
Lees ook het artikel ‘Ondanks commerciële verhuuractiviteiten toch ANBI-status’ waar de Hoge Raad in een andere zaak anders oordeelt.
Bron: artikel 6.33 Wet IB 2001 (tekst 2010)
Meer informatie: Rechtbank Haarlem, 16 april 2012, LJN: BX9155
Geef een reactie