Als een ondernemer zo onder de invloed is van zijn adviseur dat feitelijk de adviseur degene is die de onderneming leidt, moet de fiscus daar rekening mee houden. De ondernemer mag dan bijvoorbeeld geen boete krijgen voor fouten die zijn adviseur heeft gemaakt. Dit heeft Hof Den Bosch geoordeeld.
Als een ondernemer door middel van verrekening vorderingen heeft ontvangen of zal ontvangen, mag hij niet verzoeken om btw-teruggaaf. Doet hij dit toch, dan kan een naheffingsaanslag volgen. In deze zaak had een btw-onderneemster de inspecteur verzocht om teruggaaf van btw vanwege oninbaarheid van huurvorderingen op een aantal bv’s van haar (ex-)partner die failliet waren verklaard. De inspecteur verleende de btw-teruggaaf, maar ontdekte pas later dat deze huurvorderingen reeds door een verrekening ten goede waren gekomen aan de onderneemster. De inspecteur legde daarom een naheffingsaanslag met een vergrijpboete van 50% op aan de onderneemster wegens niet betalen van omzetbelasting. Volgens de inspecteur was aan opzet en grove schuld van de onderneemster te wijten dat teveel btw-teruggaaf was verleend. Het hof oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, maar dat de boete niet in stand kon blijven. Het hof overwoog daarbij dat redelijkerwijs niet aan de onderneemster kon worden verweten dat zij bij de keuze van haar (ex-)partner als haar adviseur en bij de samenwerking met hem als haar adviseur onvoldoende zorg had betracht. De (ex-)partner had een sterke en zeer dominante persoonlijkheid, zodat de onderneemster niets had te kiezen en/of te controleren. Het was in feite haar (ex-)partner die alle touwtjes in handen had.
Wet: artikel 29 Wet OB en artikel 67f AWR
Meer informatie: Hof Den Bosch, 11 oktober 2012 (gepubliceerd 25 oktober 2012), LJN: BY1257
Geef een reactie