Voor de toepassing van de landbouwvrijstelling is het niet noodzakelijk dat de agrarische ondernemer de volledige economische eigendom van de grond bezit. De landbouwvrijstelling geldt ook als de ondernemer zijn erfpachtaandeel tussentijds afkoopt. In dat geval is alleen het erfpachtaandeel in de stijging van de wevab (waarde in het economische verkeer bij agrarische bestemming) van de grond vrijgesteld.
Als een ondernemer voordelen behaald door waardeveranderingen van gronden die hij in zijn landbouwbedrijf gebruikt, mag hij in beginsel de landbouwvrijstelling toepassen. De voordelen zijn dan vrijgesteld voor zover deze zijn toe te rekenen aan de stijging van de wevab. In een zaak bij Rechtbank Arnhem was het de vraag of en in hoeverre een erfpachter de landbouwvrijstelling mocht toepassen bij een gedeeltelijke afkoop van het erfprachtrecht. Het ging om een melkveehoudster die haar landbouwgrond had verkocht onder voorbehoud van een recht van erfpacht voor de duur van 26 jaar. Zij koos in overeenstemming met het Fagoedarrest (Hoge Raad, 10 april 1996, LJN: bj5514) de verkoop te negeren en de verkoopopbrengst aan te merken als een geïndexeerde geldschuld. Zowel het recht van erfpacht als het blote eigendom van de grond werd tussentijds verkocht aan een derde. De vrouw ging ervan uit dat de landbouwvrijstelling van toepassing was op de stijging van de wevab van de grond.
Landbouwvrijstelling en erfpacht
De rechter gaf op de eerste plaats aan dat de erfpachtster vrij was om te kiezen om de door haar verrichte rechtshandelingen voor de jaarwinstbepaling te behandelen alsof de eigendom van de grond was behouden en alsof sprake was van een geïndexeerde lening. Maar het Fagoedarrest ziet op de bepaling van de jaarwinst en niet op de totaalwinst die aan de orde is bij de berekening van de landbouwvrijstelling. De rechter stelde dat de erfpachtster niet de volledige opbrengst van de verkochte grond had ontvangen, maar slechts haar erfpachtrechtsaandeel daarin. Het oordeel luidde dan ook dat de vrouw slechts het erfpachtaandeel in de stijging van de wevab van de grond had genoten en niet de volledige stijging van de wevab van de grond. De landbouwvrijstelling was dus alleen op dat erfpachtaandeel van toepassing.
Meer informatie: Rechtbank Arnhem, 11 december 2012, LJN: BY5754
Geef een reactie