Wie wil bewijzen dat hij bij een bedrijf in dienstbetrekking is, kan niet alleen volstaan met het tonen van een arbeidsovereenkomst. Als het UWV merkt dat de overeenkomst niet de feitelijke situatie weergeeft, kan het UWV stellen dat geen sprake is van een dienstbetrekking. In dat geval kan in beginsel evenmin sprake zijn van recht op een Ziektewetuitkering.
Het bovenstaande werd ook duidelijk in het volgende geschil voor de Centrale Raad van Beroep. De verzoeker (belanghebbende) stelde dat hij een werknemer was die vanwege zijn ziekte recht had op een Ziektewetuitkering. Maar het UWV stelde dat feitelijk geen sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking omdat de vereiste gezagsverhouding ontbrak. De man liet daarop de Raad een arbeidsovereenkomst zien die hij met een bv had gesloten. De Raad wees erop dat bij de vraag of sprake is van een dienstbetrekking niet één enkel kenmerk beslissend is. Men moet kijken naar de verschillende rechtsgevolgen die de partijen aan hun verhouding hebben verbonden en wel in hun onderlinge verband. Het arbeidscontract was op zich zelf onvoldoende bewijs voor de aanwezigheid van een dienstbetrekking. Verder ontving de man wel vergoedingen van de bv, maar deze vergoedingen hielden meer verband met de overdracht van contracten van een aantal schoonmaakbedrijven waarvan de man de eigenaar was. Ook de Raad concludeerde dat een werkelijke gezagsrelatie ontbrak en oordeelde dat de man geen werknemer was. Het UWV had de toekenning van een Ziektewetuitkering daarom terecht geweigerd.
Wet: artikel 7:610 BW en artikel 3, eerste lid ZW
Meer informatie: Centrale Raad van Beroep, 28 november 2012 (gepubliceerd 29 november 2012), LJN: BY4497
Geef een reactie