Een muziekvereniging deed na 1 januari 2010 een beroep op de ANBI-status. In dit geval ving de muziekvereniging bot, maar uit de overwegingen van de rechtbank bleek wel dat een muziekvereniging in sommige situaties toch als ANBI kan worden aangemerkt.
Een muziekvereniging was met ingang van 1 januari 2008 aangemerkt als ANBI. Toen vanaf 2010 nieuwe criteria golden, verloor de muziekvereniging haar ANBI-status. De muziekvereniging betoogde dat zij ook na 2010 voldeed aan de ANBI criteria. De rechtbank overwoog zeer uitgebreid –met een beroep op de wetsgeschiedenis- dat een muziekvereniging in sommige situaties wel als ANBI kan worden aangemerkt, maar dat van zo’n situatie hier geen sprake was. De passage uit de wetsgeschiedenis waar de rechtbank op doelde was: “..Voorwaarde is dat zij, conform hun dan geldende doelstelling, veelvuldig naar buiten treden, bijvoorbeeld bij regionale of landelijke evenementen, en zich daarbij richten op een publiek buiten hun eigen ledenkring of leefgemeenschap. Die activiteiten geven haar de status van culturele instelling (kwalitatief criterium). Het is voorts afhankelijk van de omstandigheden of de muziekvereniging dan uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen belang beoogt (kwantitatief criterium)…”.
De rechtbank overwoog ook dat de muziekvereniging zeer waarschijnlijk wel als SBBI kon worden aangemerkt, maar dat dit niet bij beschikking door de belastingdienst wordt vastgesteld.
Wet: artikel 5b AWR
Meer informatie: Rechtbank Breda, nr. 12/805, 11 september 2012, (gepubliceerd op 23 november 2012), LJN: BY1791.
Geef een reactie