Als een echtpaar een erfenis ontvangen, moet de Belastingdienst beide echtgenoten een aparte aanslag erfbelasting opleggen. Is dat technisch niet mogelijk, dan kan de inspecteur volgens rechtbank Arnhem niet volstaan met één aanslag voor beide echtgenoten.
In de desbetreffende zaak had de Belastingdienst een aanslag successierecht (de voorloper van de erfbelasting) opgelegd aan een man. In de toelichting wees de inspecteur de man erop dat de wet de verkrijging uit een erfenis door getrouwde personen in beginsel ziet als een verkrijging door één van de echtgenoten. In eerste instantie telt de fiscus de verkrijgingen van de echtgenoten bij elkaar op. Maar de Hoge Raad (19 februari, LJN BL4316) heeft al eerder geoordeeld dat een vergelijkbare bepaling voor de schenkbelasting niet is toegestaan. De Belastingdienst moet van de Hoge Raad beide echtgenoten een aparte aanslag opleggen. De inspecteur vermeldde deze verplichting ook in de toelichting en maakte vervolgens duidelijk dat de fiscus technisch gezien niet in staat was twee aanslagen op te leggen. De man moest de aanslag daarom zien als twee aanslagen, waarbij de man en zijn echtgenote ieder de helft van de totale aanslag moesten betalen. Toen de man in beroep ging, oordeelde de rechtbank dat de toelichting de belastingaanslag niet in twee afzonderlijke aanslagen veranderde. De rechtbank vernietigde vervolgens de aanslag, omdat deze niet correct was opgesteld.
Wet: artikel 25 Successiewet 1956
Meer informatie: Rechtbank Arnhem, 5 januari 2012, LJN: BV0073
Geef een reactie