Uit een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie blijkt dat ondernemers btw moeten factureren als zij bemiddelen bij een directe aankoop van vastgoed, terwijl deze bemiddeling is vrijgesteld bij een indirecte vastgoedtransactie (aankoop van de aandelen in de bv die het vastgoed bezit).
In deze zaak had het makelaarskantoor DTZ Zadelhoff vof de opdracht gekregen van twee bv’s om kopers te vinden voor een aantal kantoorpanden. De opdrachtgevers waren de indirecte eigenaren van deze panden, doordat zij alle aandelen in de maatschappijen hielden die de directe eigendom van de panden hadden. Uiteindelijk verkochten de opdrachtgevers niet de kantoorpanden zelf, maar de aandelen in de dochtermaatschappijen. De waarde van deze aandelen werd overigens voor minstens 90% bepaald door de waarde van de kantoorpanden in de maatschappijen. DTZ Zadelhoff vof stelde dat zij niet had bemiddeld bij een btw-belaste vastgoedtransactie, maar bij een btw-vrijgestelde aandelentransactie. De Belastingdienst volgde dit standpunt niet. De Hoge Raad vond dat deze situatie sterk overeenkwam met een verkoop van onroerend goed. Toch wilde de Hoge Raad meer duidelijkheid en stelde daarom prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU.
Aandelentransactie
Het Hof constateerde dat in deze situatie DTZ Zadelhoff vof de taak had om ervoor te zorgen dat de opdrachtgevers een contract zouden sluiten met de gegadigden. DTZ Zadelhoff vof had echter geen eigen belang bij de inhoud van de contracten. Het Hof stelde vast dat in deze situatie sprake was van bemiddeling bij een aandelentransactie en niet bij een vastgoedtransactie. Het Hof besliste vervolgens dat lidstaten aandelen voor wat betreft de btw mogen aanmerken als lichamelijke zaken, als het bezit van deze aandelen recht geeft op de eigendom of het genot van (een deel van) een onroerende zaak. In dat geval is de bemiddeling bij de transacties in zulke aandelen belast met btw. Nederland had echter deze uitzonderingsmogelijkheid niet in de wet verwerkt. Daardoor gold de normale btw-vrijstelling voor bemiddeling bij aandelentransacties.
Wet: artikel 11, eerste lid, onderdeel i, sub 2° OB 1968
Meer informatie: Hof van Justitie van de EU, 5 juli 2012, nr. C-259/11
Geef een reactie