Het bekendmaken van een belastingaanslag is niet noodzakelijk voor het tot stand komen van die aanslag. Wel begint de bezwaartermijn pas te lopen nadat de belanghebbende de aanslag heeft ontvangen.
De rechtspraak had al bepaald dat een aansprakelijkheidsstelling kan bestaan voordat zij bekend is bij de belanghebbende. Zie: ‘Bekendmaking aansprakelijkheidsbeschikking niet nodig voor ontbonden bv’. De Hoge Raad is tot deze conclusie gekomen in twee zaken: een zaak over een aanslag inkomstenbelasting (Hoge Raad, 29 juni 2012, LJN: BW0194) en een zaak over een aanslag omzetbelasting. In beide gevallen had de belastingplichtige de aanslag niet (tijdig) ontvangen omdat de Belastingdienst de aanslag naar het verkeerde adres had gestuurd. Deze fout nam volgens de Hoge Raad niet weg dat de aanslagen toch tot stand waren gekomen. Wel was het zo dat de bezwaartermijnen tegen deze aanslagen begonnen op het moment waarop de belanghebbenden of hun vertegenwoordigers de aanslagen hadden ontvangen. De aanslag trad namelijk pas op het moment van de ontvangst in werking.
Wet: artikelen 3:40 en 3:41 Awb
Meer informatie: Hoge Raad, 29 juni 2012, LJN: BV9648
Geef een reactie