Als het nog maar de vraag is of een uitgezonden werknemer terugkeert naar Nederland, mag de fiscus niet stellen dat deze werknemer gewoonlijk in Nederland zijn dienstbetrekking uitvoert. Dit kan ertoe leiden dat Nederland niet (meer) heffingsbevoegd is.
In veel belastingverdragen die Nederland heeft afgesloten met andere staten is bepaald dat arbeidsloon is belast in het land waar de werknemer woont. Als de werknemer in een andere staat de werkzaamheden uitvoert, mag die werkstaat ook het loon belasten. Vervolgens regelt het verdrag wat (één van) beide staten moeten doen om dubbele belasting te voorkomen. Waar iemand feitelijk woont, hangt sterk af van de omstandigheden. Rechtbank Breda heeft geoordeeld dat een werknemer niet meer in Nederland woont, als hij door zijn Nederlandse werkgever wordt uitgezonden naar een andere staat (in dit geval Zwitserland) terwijl het niet vaststaat dat hij zal terugkeren. In zulke gevallen heeft Nederland geen aangrijpingspunt meer voor belastingheffing over het loon. Overigens betrof de zaak voor de rechtbank een geschil over heffingsbevoegdheid in 2007. In dat jaar gold nog het oude verdrag tussen Nederland en Zwitserland. Volgens dat oude verdrag had Nederland nog wel mogen heffen als de desbetreffende werknemer gewoonlijk zijn dienstbetrekking in Nederland zou uitoefenen. Maar van tevoren was het onduidelijk of de uitgezonden werknemer zou terugkeren. Uiteindelijk bleef hij wonen in Zwitserland. Daarom oordeelde de rechter dat de werknemer zijn dienstbetrekking niet gewoonlijk in Nederland uitoefende. Zwitserland had dus het exclusieve heffingsrecht.
Verdrag: artikel 15 Verdrag tussen Nederland en Zwitserland en artikel 6 Verdrag tussen Nederland en Zwitserland (oud)
Meer informatie: Rechtbank Breda, 12 april 2012 (gepubliceerd 13 juli 2012), LJN: BW8981
Geef een reactie