De Belastingdienst hamert erop dat belastingplichtigen hun vooringevulde aangifte inkomstenbelasting goed controleren. Maar als de belastingplichtige een fout in zijn voordeel niet ontdekt, kan dit onder voorwaarden voor rekening komen voor de fiscus. Dit blijkt uit een uitspraak van Hof Leeuwarden.
Bij het doen van de aangifte inkomstenbelasting is het mogelijk om de Belastingdienst bepaalde gegevens van tevoren te laten invullen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het loon en de WOZ-waarde van de eigen woning of andere gegevens die de fiscus ontvangt van andere instanties. Maakt de Belastingdienst bij het van tevoren invullen een fout in het voordeel van de belastingplichtige, dan is het nog maar de vraag of de fiscus een navorderingsaanslag mag opleggen. De kans is aanwezig dat de fout ziet op informatie die de inspecteur al had ontvangen van een instantie. In dat geval zal geen sprake zijn van een nieuw feit, zodat navorderen alleen mogelijk is als de belastingplichtige te kwade trouw is.
Koppelingsprobleem
In de zaak voor Hof Leeuwarden was het loon van een dga niet overgenomen in zijn vooringevulde aangifte. De dga had de vooringevulde aangifte zonder goed te controleren ondertekend en verstuurd. De aanslag werd daardoor voor een te laag bedrag opgelegd. Het hof oordeelde dat de inspecteur later niet mocht navorderen, omdat hij niet over een nieuw feit beschikte en de dga niet te kwade trouw was geweest. De bv van de dga had het loon namelijk netjes opgegeven in haar aangifte loonheffingen. De inspecteur kon door een koppelingsprobleem in de systemen van de Belastingdienst dit loon bij het opleggen van de aanslag niet terugvinden in zijn databestand. Deze fout kwam echter voor rekening van de fiscus, zo vond het hof.
Wet: artikel 16, eerste lid AWR
Meer informatie: Hof Leeuwarden, 8 mei 2012 (gepubliceerd 10 mei 2012), LJN: BW5380
Geef een reactie