De erfgenaam die zich na drieënhalf jaar bekend maakte, kon toch nog een navorderingsaanslag erfbelasting opgelegd krijgen. De driejaarstermijn was weliswaar verlopen, maar de inspecteur beschikte met de bekendmaking over een nieuw feit.
Wat was er aan de hand? Bij Gerechtshof Arnhem ging het om de vraag of de inspecteur een navorderingsaanslag successierecht mocht opleggen in een zaak waarin de echte, enige erfgenaam zich pas na 3,5 jaar meldde. Het ging om de zoon van de erflater. Eerder was de inspecteur ervan uitgegaan dat de zuster van de erflater – met wie hij samenwoonde – de enige erfgenaam was. De aanslag successierecht was aan haar opgelegd. Toen de zoon van zich liet horen, vereiste het systeem van de Belastingdienst dat de aanslag aan de zuster werd verminderd tot nihil, vervolgens een aanslag aan de zoon werd opgelegd die later werd vernietigd om daarna nog een navorderingsaanslag op te leggen. Omdat de aanslag was opgelegd buiten de driejaarstermijn die daarvoor staat, meende de zoon dat de inspecteur geen navorderingsaanslag meer mocht opleggen. Gerechtshof Arnhem oordeelde dat sprake was van een nieuw feit en dat daarom een navorderingsaanslag mocht worden opgelegd. Hierbij maakte het niet uit dat de aanslag aan de zoon enige tijd had bestaan en op formele gronden was vernietigd.
Wet: artikel 16 AWR
Meer informatie: Gerechthof Arnhem, 20 maart 2012, LJN: BW0453
Geef een reactie