Als de belastingechter een schadevergoeding berekent vanwege het overschrijden van de redelijke termijn, moet hij voor de inspecteur een termijn van zes maanden aanhouden, zelfs als de wet een langere periode toestaat.
Bij overschrijding van een redelijke termijn om uitspraak te doen op een bezwaar, kan men verzoeken om een schadevergoeding. De rechter kan dit verzoek inwilligen als geen sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van de zaak. In totaal mag de totale procedure in een zaak niet langer duren dan de (maximaal zes maanden voor de inspecteur en anderhalf jaar voor de rechtbank). In een zaak voor Rechtbank Haarlem moest een inspecteur € 11.250 betalen aan schadevergoeding voor de overschrijding van deze beslissingstermijn. Het ging om een schadevergoeding voor drie verschillende aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Per bezwaarprocedure gold namelijk een afzonderlijke schadevergoeding. De rechtbank vond dat de zaak niet meer dan twee jaar had mogen duren en besliste dat de gevoelens van spanning en frustratie voldoende reden waren voor een schadevergoeding. Het deed er niet toe dat de wet de inspecteur een langere termijn gunde om een uitspraak te doen op het bezwaar. De rechtbank merkte ook op dat het instellen van een bezwaar geen rol speelde bij de vaststelling van de hoogte van de schadevergoeding. De inspecteur werd uiteindelijk aansprakelijk gesteld voor de schade die uit het niet tijdig nemen van het besluit voortvloeide.
Wet: artikel 25 AWR, artikel 8:73 van de Algemene wet bestuursrecht
Meer informatie: Rechtbank Haarlem, 14 maart 2012 (gepubliceerd 21 maart 2012), LJN: BV9589
Geef een reactie