Het is op grond van goed koopmansgebruik niet toegestaan bij de jaarwinstbepaling rentelasten in aanmerking te nemen die betrekking hebben op latere jaren. Zo mag volgens de Hoge Raad ook een rentedragende schuld niet opgewaardeerd worden tegen een lagere rente.
Een vennootschap besloot zijn betalingsverplichting te herwaarderen tegen een lagere rekenrente en nam hiervoor een last in aanmerking. Dit werd echter niet geaccepteerd, want volgens het hof was er sprake van een rentedragende schuld tegen een overeengekomen rente. De vennootschap stelde dat zelfs als de rekenrente niet aangemerkt mocht worden als overeengekomen rente, de schuld toch gewaardeerd mocht worden tegen de lagere marktrente die op balansdatum gold. De Hoge Raad besliste echter dat sprake was van een overeengekomen rente. Dit is volgens de Hoge Raad ook het geval als een rentevergoeding enigszins een rol speelde bij het vaststellen van een som die een vennootschap na afloop van een overeengekomen termijn moet betalen. Uit deze uitspraak blijkt dus dat de rechter niet alleen het uitdrukkelijk opnemen van een rentebeding in een overeenkomst als een overeengekomen rente ziet.
Meer informatie: Hoge Raad, 3 februari 2012, LJN: BV2580
Geef een reactie