Een beroepschrift dat door een geringe verschrijving in de adressering wordt teruggestuurd naar de afzender en daardoor met enige vertraging wordt ingediend kan toch ontvankelijk zijn.
Bij verzending per post is een beroepschrift op tijd ingediend als het voor het einde van de termijn is bezorgd. Wordt dit niet tijdig ingediend, dan kan de rechter het beroep niet-ontvankelijk verklaren. Dit betekent dat het niet vatbaar is voor berechting. In bepaalde situaties maakt de rechter wel een uitzondering hierop. Dit gebeurde bijvoorbeeld in een zaak waarin een hogerberoepschrift door een geringe verschrijving in de adressering werd teruggestuurd naar de afzender, waardoor het beroepschrift met enige vertraging werd ingediend. De termijn voor het indienen van het beroepschrift liep af op 15 september 2011. Het beroepschrift was gedagtekend 12 september 2011 en de enveloppe was afgestempeld 16 september 2011. Door een verkeerde postcode in de adressering werd het beroepschrift teruggestuurd naar de afzender die dit na vermelding van de juiste postcode weer op de post had gezet. Hierdoor kwam het beroepschrift pas op 22 september 2011 binnen bij het hof. Het hof verklaarde het hoger beroep ontvankelijk. De rechter overwoog daarbij dat een bezorging bij grote postontvangers zoals het hof zelden wordt teruggestuurd naar de afzender als sprake is van een geringe verschrijving, zoals een verkeerde postcode. Nu de afzender dit niet had kunnen weten, zag de rechter dit als één voortdurende postbezorging die begon op 15 september 2011 en eindigde met de ontvangst van het hogerberoepschrift op 22 september 2011.
Wet: artikel 6:9 Awb
Meer informatie: Hof Arnhem, 24 april 2012 (gepubliceerd 11 mei 2012), LJN: BW5532
Geef een reactie