Hoewel de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst-Economische Controledienst (FIOD-ECD) een onderdeel vormt van de Belastingdienst, telt deze dienst onder bepaalde omstandigheden niet als een belastingautoriteit die over bepaalde informatie beschikt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als het Openbaar Ministerie (OM) enkele opsporingsambtenaren van de FIOD-ECD heeft ingezet.
Deze kwestie speelde ook voor een zaak voor Hof Arnhem. Hierin had een man na zijn beroep op de inkeerregeling medio 2009 navorderingsaanslagen inkomstenbelasting ontvangen in verband met zijn Zwitserse bankrekeningen. De Belastingdienst had daarbij de verlengde navorderingstermijn voor buitenlandse heffingsobjecten toegepast. De man stelde dat de fiscus de verlengde navorderingstermijn niet mocht toepassen, omdat de inspecteur niet voortvarend genoeg had gehandeld. De FIOD-ECD beschikte volgens de man namelijk al in september 2007 over zijn klantgegevens in verband met een strafrechtelijk onderzoek tegen zijn vermogensbeheerder. Maar het hof merkte op dat niet de FIOD-ECD, maar het OM deze gegevens had verzameld. Hoewel het OM daarbij gebruik had gemaakt van enkele opsporingsambtenaars van de FIOD-ECD, kwalificeerde de FIOD-ECD in dit geval niet als een onderdeel van de belastingautoriteit dat al op de hoogte was van de Zwitserse rekeningen. De inspecteur wist pas na het beroep op de inkeerregeling van de rekeningen af en had daarna voortvarend gehandeld. Hij mocht daarom de verlengde navorderingstermijn toepassen.
Wet: artikel 16, vierde lid AWR
Meer informatie: Hof Arnhem, 3 april 2012 (gepubliceerd 20 april 2012), LJN: BW3384
Geef een reactie