Het enkele feit dat het digitaal aangifteprogramma van de Belastingdienst een fout bevat betekent niet dat de fiscus geen navorderingsaanslag mag opleggen als de belastingplichtige een foute aangifte doet. Volgens Hof Den Bosch moet de belastingplichtige eerst nagaan of hij in de aangifte de fout op een andere manier kan corrigeren.
Het ging in deze zaak om een ondernemer die aangifte inkomstenbelasting had gedaan. Bij het invullen van de aftrek van de arbeidsbeloning aan de fiscale partner wilde hij een nul invullen, maar het programma veranderde de nul automatisch in een bedrag van € 5.000. De ondernemer liet het daar maar bij en diende dus een onjuiste aangifte in. In eerste instantie accepteerde de Belastingdienst de foute aangifte, maar later kreeg de ondernemer toch een navorderingsaanslag opgelegd. In de beroepsprocedure stelde hij dat de fiscus niet mocht navorderen omdat een systeemfout de oorzaak was van de onjuiste aangifte. Het hof wees deze stelling af. De ondernemer had de vraag over de arbeidsbeloning aan de fiscale partner gewoon kunnen overslaan zonder dat het aangifteprogramma dit als een fout had gemeld. Maar de man had ook nog een alternatief voor de situatie waarin het programma al ten onrechte een arbeidsbeloning aan de fiscale partner had ingevuld: het invoeren van hetzelfde bedrag als niet-aftrekbare kostenpost. Uiteindelijk vernietigde het hof toch de navorderingaanslag vanwege een andere reden. De inspecteur had namelijk bij een goede controle van de aangifte de fout kunnen ontdekken, zodat geen sprake was van een nieuw feit.
Wet: artikel 16, eerste lid AWR
Meer informatie: Hof Den Bosch, 23 december 2011 (gepubliceerd 9 maart 2012), LJN: BV8351
Geef een reactie