Als er twee of meer indieners zijn van een beroepschrift voor hetzelfde besluit en de nota griffierecht wordt alleen door een van de twee betaald, wil dat niet zeggen dat diegene automatisch recht heeft op een vergoeding van het griffierecht bij een gegrond beroep.
Bij het indienen van één beroepschrift van twee indieners voor hetzelfde besluit heft de griffier het hoogste bedrag dat één van de indieners is verschuldigd. In de zaak in kwestie had de griffier de nota griffierecht voor een beroepschrift tegen de WOZ-waarde van een pand verzonden naar de bv van de pandeigenaar. De gemachtigde had namelijk voor zowel de eigenaar als de bv een beroepschrift ingediend, omdat hij niet wist welke van de twee de belanghebbende was. De rechtbank gaf de pandeigenaar gelijk en verminderde de WOZ-waarde. De bv meende recht te hebben op een vergoeding van het volledige bedrag van het griffierecht, omdat zij dit had betaald.
Geen vergoeding
Het hof kon zich echter niet hierin vinden, nu de bv niet als belanghebbende kon kwalificeren. Dit bleek onder meer uit het feit dat de WOZ-beschikkingen niet op naam stonden van de bv en de uitspraak op bezwaar betrekking had op een bezwaarschrift ten name van de eigenaar. Dus alleen de eigenaar kon tegen de uitspraak van de gemeente in beroep komen en niet de bv. Volgens de rechter valt uit de wet niet af te leiden aan wie van de indieners het verschuldigde griffierecht in rekening moest worden gebracht. Het feit dat de nota griffierecht naar de bv was toegezonden betekende in ieder geval niet dat alleen zij het griffierecht moest betalen. Volgens de rechter hadden de twee indieners het griffierecht moeten verdelen en onderling moeten verrekenen naar rato van hun verschuldigdheid.
Wet: artikel 8.41 Awb en 8.74 Awb
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem, 4 september 2012 (gepubliceerd 13 september 2012), LJN: BX7276
Geef een reactie