Als een bv een deelneming wil verkopen, maar de beoogde koper toch onder de overeenkomst wil uitkomen, kan de bv een schadevergoeding eisen. Volgens Rechtbank Arnhem valt deze schadevergoeding niet onder de deelnemingsvrijstelling.
De situatie was als volgt. Een holding vormde samen met een paar andere vennootschappen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Een niet-gelieerde bv had een bod gedaan op de panden van een dochtermaatschappij van de holding. De levering zou via een aandelentransactie moeten plaatsvinden. De holding liet daarom haar dochtermaatschappij ontvoegen uit de fiscale eenheid. Uiteindelijk wilde de bv toch afzien van de koop, hoewel de holding het bod al had aanvaard. Beide partijen kwamen overeen dat de bv een schadevergoeding zou betalen aan de holding. De holding stelde dat deze schadevergoeding een voordeel was uit een deelneming en dus onder de deelnemingsvrijstelling viel. Maar de rechtbank oordeelde dat de schadevergoeding voortvloeide uit de wanprestatie of het onrechtmatig handelen van de beoogde koper en niet uit het houden van de deelneming. De deelnemingsvrijstelling was daarom niet van toepassing op deze schadevergoeding.
Wet: artikel 13 Vpb 1969
Meer informatie: Rechtbank Arnhem, 6 september 2012 (gepubliceerd 18 september 2012), LJN: BX7569
Geef een reactie