Uit een onlangs gepubliceerde zaak blijkt dat het indienen van een bezwaarschrift tegen een aanslag een zeker risico met zich brengt. Het is namelijk mogelijk dat de inspecteur aan de hand van de informatie in het bezwaarschrift erachter komt dat juist te weinig belasting is geheven. In dat geval mag hij de belastingplichtige een navorderingsaanslag opleggen.
In de desbetreffende zaak had de man in zijn aangifte inkomstenbelasting over 2007 een verlies opgegeven uit zijn eenmanszaak, een reisorganisatie. De Belastingdienst legde de man een aanslag op conform zijn aangifte. De man ging toch in bezwaar, waarbij hij de inspecteur verzocht het te betalen bedrag toe te lichten. Tijdens de bezwaarprocedure werden over en weer vragen gesteld. Daarbij kreeg de inspecteur informatie waardoor hij ging twijfelen aan de juistheid van de aangifte van de man. Uiteindelijk kwam de Belastingdienst erachter dat de berekening van het ondernemingsverlies onjuist was. De man had namelijk kosten ten behoeve van een met hem en de onderneming verbonden stichting toegerekend aan zijn eenmanszaak. Bovendien vormde de onderneming geen bron van inkomen, omdat de man alleen maar een proefreis had gemaakt met één geïnteresseerde persoon. De eenmanszaak had geen inkomsten genoten uit deze reis, net zomin als de stichting.
Navordering
Hof Den Haag stond toe dat de fiscus de man een navorderingsaanslag oplegde, omdat de Belastingdienst tijdens de bezwaarprocedure op een nieuw feit was gestuit. Het hof vernietigde wel de opgelegde vergrijpboete, omdat de inspecteur niet kon bewijzen dat sprake was van opzet. De stichting had namelijk de facturen van de man niet betaald, zodat de man geen aanleiding had om de betaling van gefactureerde kosten op te geven in zijn aangifte inkomstenbelasting.
Wet: artikel 16, eerste lid AWR
Meer informatie: Hof Den Haag, 28 februari 2012 (gepubliceerd 14 december 2012), LJN: BY6278
Geef een reactie