Een belastingambtenaar kan privé direct dan wel indirect betrokken zijn bij een onderneming, maar zijn nevenwerkzaamheden mogen niet leiden tot belangenverstrengeling. Volgens de Nationale ombudsman moet de Belastingdienst actie ondernemen zodra de schijn van belangverstrengeling wordt gewekt.
In deze zaak stelde een ondernemer dat een belastingambtenaar die onderzoek had gedaan bij zijn bedrijf ook betrokken was bij een concurrerend bedrijf waartegen hij een civielrechtelijke procedure voerde. Volgens die ondernemer zou dat bedrijf tijdens de civiele procedure uitspraken hebben gedaan die alleen afkomstig hadden kunnen zijn uit interne informatiesystemen van de Belastingdienst. Er zou volgens hem sprake zijn van belangenverstrengeling. Hij diende daarom hierover een klacht in bij de Belastingdienst. Nu de Belastingdienst deze situatie volgens hem niet correct had aangepakt, stapte hij vervolgens naar de Nationale ombudsman. Het oordeel van de Nationale ombudsman luidde dat de Belastingdienst op de meeste punten niet onbehoorlijk had gehandeld. Er was namelijk niet gebleken dat de belastingambtenaar tijdens het onderzoek misbruik had gemaakt van zijn positie bij de Belastingdienst door op ongeoorloofde wijze informatie uit de systemen te halen om te gebruiken in een gerechtelijke procedure tegen de ondernemer. De Belastingdienst had de desbetreffende belastingambtenaar bovendien geadviseerd om in het vervolg niet meer zelf in persoon op te treden, maar om zich te laten vertegenwoordigen. Wel vond de Nationale ombudsman dat er sprake was van schijn van belangenverstrengeling. De Belastingdienst had daarom veel eerder, dus al tijdens de interne behandeling van de klacht, actie moeten ondernemen.
Meer informatie: Nationale ombudsman, 15 oktober 2012, Rapport 2012/165
Geef een reactie