In beginsel moet een ondernemer binnen zes maanden na het behalen van stakingswinst deze winst storten als lijfrente als hij die premie wil aftrekken. Als de Belastingdienst de stakingswinst corrigeert, kan de ondernemer meer tijd krijgen om de premie te betalen.
In deze zaak realiseerde een echtpaar dat via een vof handelde in elektronica geen omzet meer nadat een leverancier de licentie voor de verkoop van producten had ingetrokken. De leverancier betaalde daarom de man en de vrouw een schadevergoeding. De vrouw ontving € 100.000 aan schadevergoeding. Volgens Rechtbank Breda behoorde de schadevergoeding tot de stakingswinst van de vrouw. De schadevergoeding vloeide immers voort uit het intrekken van de licentie. Deze intrekking had ertoe geleid dat de man en de vrouw hun handel in elektronica moesten staken. Vervolgens was de vraag of de vrouw deze stakingswinst mocht omzetten in een lijfrente.
Goedkeurend besluit
Volgens de wet had de vrouw de stakingswinst niet (tijdig) gestort bij een verzekeraar. Maar de vrouw kon een beroep doen op een goedkeuring uit een besluit. Volgens deze goedkeuring kan de termijn van zes maanden worden verlengd als de inspecteur de stakingswinst corrigeert. De correctie mag niet het gevolg zijn van grove schuld of opzet van de belastingplichtige. De rechtbank oordeelde dat de goedkeuring hier van toepassing was, omdat tussen de vrouw en de fiscus niet meteen duidelijk was of de schadevergoeding tot de stakingswinst behoorde. De rechtbank gaf de inspecteur de opdracht een nieuwe termijn vast te stellen waarin de vrouw de stakingswinst kon storten bij een verzekeraar. Deze termijn moest minstens zes maanden zijn.
Wet: artikel 3.129 en artikel 3.130, tweede lid IB 2001
Besluit: paragraaf 3.1.2 Besluit van 28 december 2012, nr. CPP2004/633M
Meer informatie: Rechtbank Breda, 7 september 2012 (gepubliceerd 2 november 2012), LJN: BY2047
Geef een reactie