Omdat een bv wordt geacht met haar hele vermogen een onderneming te drijven, zijn in beginsel de resultaten uit al haar activiteiten belast. Hof Den Haag heeft bevestigd dat dit ook geldt voor resultaten uit incidentele activiteiten.
Het betrof een bv die zich normaal gesproken bezig hield met de exploitatie van onroerende zaken en de financiering van diverse projecten. In 1998 kocht de bv samen met een zakenpartner een groot aantal kasten op van een failliete meubelfabriek. De bv trad daarbij niet alleen op als financier: de bewerking en verkoop van deze kasten vond namelijk mede plaats in de onderneming van de bv. De bv had met deze activiteiten een substantiële winst behaald. Zij had dit incidentele resultaat echter niet opgegeven in haar aangifte vennootschapsbelasting. De advertentiekosten en de kosten van het gereedmaken van de kasten had zij wel afgetrokken. Hof Den Haag verwierp het standpunt van de bv dat de opbrengst uit de verkoop van de kasten een onbelast incidenteel resultaat was. Winst bestaat immers uit alle voordelen die voortvloeien uit de bedrijfsuitoefening, dus ook incidentele voordelen. Het voordeel uit de kastenverkoop was dus gewoon belast. Omdat de bv een onjuist aangifte had ingediend en ten aanzien van de kastenverkoop geen goede administratie had bijgehouden, gold bovendien een omkering van de bewijslast. Dit leidde ertoe dat de winstcorrecties van de inspecteur in stand bleven.
Wet: artikelen 7 en 8 Vpb 1969
Meer informatie: Hof Den Haag, 3 april 2012 (gepubliceerd 17 augustus 2012), LJN: BX4941
Geef een reactie