Een belastingplichtige moet ondanks het ontbreken van een administratie en een accountant die de jaarrekening opstelt, toch aangifte doen. Hiermee bevestigt de Hoge Raad de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden van 15 december 2015.
Het hof oordeelde dat de inspecteur in 2009 terecht een ambtshalve aanslag vennootschapsbelasting plus een verzuimboete van € 2.460 had opgelegd aan een opleidingsbedrijf. Het bedrijf stelde dat zij geen aangifte had gedaan omdat er geen belastbare feiten hadden voorgedaan. Ze was een lege vennootschap zonder bankrekeningen. Ze had geen administratie en geen account bleek bereid een jaarrekening op te stellen. Maar volgens het hof was het bedrijf desondanks niet ontheven van de aangifteplicht. De schatting van de inspecteur was, gelet op de relatief beperkte hoogte ervan en het ontbreken van toereikende informatie, niet onredelijk. Het hof zag ook geen reden om de boete te vernietigen. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie van het opleidingsbedrijf zonder nadere motivering ongegrond.
Wet: artikelen 8, eerste lid Wet VPB 1969, 9, eerste lid, 27e, eerste lid en 67a Algemene wet inzake rijksbelastingen en paragraaf 21 lid 3 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst
Meer informatie: Hoge Raad, 4 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2509
Geef een reactie