De staatssecretaris van Financiën heeft in kader van de Wet openbaarheid van bestuur enkele documenten gepubliceerd waaruit het standpunt van de fiscus ten aanzien van de aftrekbaarheid van renteswapkosten blijkt. De Belastingdienst merkt de kosten van een renteswap niet aan als aftrekbare kosten ten behoeve van de eigen woning.
Een renteswap is een derivaat waarmee men het risico van een variabele rente probeert te dekken. Maar ‘omruil’ van een vaste rente in een variabele rente komt ook voor. De rente waarvan men het risico wil dekken kan de eigenwoningrente zijn. De vraag is of de kosten van de renteswap ook behoren tot de aftrekbare kosten ten behoeve van de eigen woning. In sommige gevallen oordeelde de rechtbank dat tussen de renteswap en de eigenwoningschuld voldoende verband bestond, zodat de kosten van de renteswap aftrekbaar waren. Zie onder andere: ‘Samenhangende lening en renteswapcontract niet splitsen’ en ‘Swaprente aftrekbaar als rente ter zake van eigen woning’). Maar er zijn ook zaken waarin het oordeel luidde dat de renteswapkosten niet aftrekbaar waren (bijvoorbeeld Rechtbank Gelderland 24 december 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:7956).
Standpunt Belastingdienst
De Belastingdienst hanteert als standpunt dat een renteswap een apart product is. Men gaat een renteswap aan om het recht te verkrijgen een variabele rente als het ware te transformeren in een vaste rente. De renteswap heeft dus geen direct verband met de verkrijging van de eigen woning. De rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de renteswap vormen daarom geen rente of kosten van een eigenwoninglening. Een eventuele samenhang tussen het derivaat en de eigenwoninglening wijzigt dit standpunt niet. In de zaken waarin de rechtbanken anders oordeelden, is de fiscus in hoger beroep gegaan.
Wet: artikelen 3.119a en 3.120 Wet IB 2001
Meer informatie: Ministerie van Financiën 15 november 2016, 2016-0000183664
Geef een reactie