Er bestaat ook recht op de Energie-investeringsaftrek (EIA) als een gelieerde transactie – net als in sale en lease back situaties – plaatsvindt onder zakelijke voorwaarden en overall bezien ter zake van de investering slechts éénmaal EIA wordt geclaimd.
In 2014 oordeelde Rechtbank Den Haag dat toepassing van de EIA niet mogelijk was omdat de aankoop en doorverkoop van een warmtekrachtkoppelingsinstallatie (WKK) aan een ontvoegde dochter niet kwalificeerde als een reële investering. Er was evenmin sprake van een situatie die niet kwalificeerde als een reële investering in de zin van het investeringsaftrekbesluit maar waarvoor onder voorwaarden toch de EIA kan worden verleend. Hof Den Haag oordeelde dat de transactie in kwestie niet veel verschilde van situaties van sale en lease back met onafhankelijke derden. In zulke gevallen mag men wel de EIA toepassen. In dit geval was sprake van een verschuiving van een bedrijfsmiddel binnen het concern, terwijl de vervreemdende bv – ter zake van een reële investering – geen EIA had geclaimd. Tussen partijen was bovendien niet in geschil dat het een bonafide situatie betrof. Nu de besluitgever deze situatie niet had voorzien, bracht een redelijke rechtstoepassing met zich dat – mits aan de voorwaarden in onderdeel 5.4.4 van het besluit werd voldaan – de EIA ook in dit geval moest worden verleend. De ontvoegde dochter had onder de voorwaarde dat de voormalige moeder alsnog ten behoeve van haar een recht van opstal op de WKK zou vestigen, recht op toepassing van de EIA.
Wet: artikel 8, achtste lid, Wet Vpb 1969 en Besluit van 15 september 2009, nr. 2009/1116M, BNB 2009/306
Meer informatie: Gerechtshof Den Haag, 19 januari 2016 (gepubliceerd op 20 januari 2016), ECLI:NL:GHDHA:2016:65
Geef een reactie