De Europese Commissie (EC) heeft Nederland gevraagd om een vrijstelling van vennootschapsbelasting (Vpb) in te trekken voor zijn zes zeehavens, om zo de regeling in overeenstemming te brengen met de EU-staatssteunregels.
Staatssecretaris Wiebes deelde al eerder zijn verwachting over de Vpb-plicht voor zeehavens. Nederland heeft nu twee maanden de tijd om de nodige stappen te zetten om de vrijstelling in te trekken, zodat vanaf 1 januari 2017 de zes havens weer Vpb gaan betalen.
De EC heeft Nederland in mei 2013 gevraagd om bepalingen te schrappen waarbij bepaalde overheidsbedrijven – zoals havenbedrijven – van vennootschapsbelasting worden vrijgesteld. Nederland heeft op 4 juni 2015 een wet aangenomen die overheidsbedrijven vanaf 1 januari 2016 vennootschapsbelastingplichtig maakt. De wet handhaaft echter de belastingvrijstelling voor zes Nederlandse publieke zeehavens.
Volgens de Commissie worden met deze Nederlandse wetgeving haar staatssteunbezwaren weggenomen, behalve waar het gaat om de zes Nederlandse zeehavens die van vennootschapsbelasting vrijgesteld blijven. De EC concludeert dat ook deze vrijstelling dient te worden ingetrokken om een eind te maken aan de concurrentieverstoringen die deze veroorzaakt.
In twee andere besluiten heeft de Commissie voorgesteld dat België en Frankrijk hun belastingregeling voor havens in overeenstemming brengen met de staatssteunregels.
Meer informatie: Europese Commissie, 21 januari 2016
Geef een reactie