Uit een uitsprak van het Hof van Justitie van de EU blijkt dat de exploitatie van assistentiewoningen die ter beschikking worden gesteld aan bejaarden vrijgesteld kunnen zijn van btw. Dit is ook het geval als de exploitant een privaatrechtelijk lichaam is.
De Belgische belastingrechter had het Hof prejudiciële vragen gesteld in verband met een zaak rond een coöperatieve vennootschap. De activiteiten van deze vennootschap hielden onder andere verband met de hulp aan bejaarden. Ook exploiteerde de vennootschap assistentiewoningen. Bewoners van zo’n assistentiewoning beschikten over enkele woonruimten inclusief een ingerichte keuken en badkamer. Daarnaast verleende de exploitant van de assistentiewoning zowel bewoners als andere personen tegen betaling toegang tot diverse faciliteiten. Hieronder vielen onder meer een bar-restaurant, wasserij, fysiotherapiezaal en artsenpraktijk. De vraag was of de exploitatie van de assistentiewoning was vrijgesteld van btw. Volgens het Hof is dit het geval als uit een toetsing door de nationale rechter blijkt dat:
- de organisatie van sociale aard is; en
- de diensten waarbij voor bejaarden aangepaste woonruimten ter beschikking worden gesteld in aanmerking komen voor de btw-vrijstelling voor bejaardenzorg.
De andere diensten van de assistentiewoning kunnen ook onder de btw-vrijstelling vallen. Dit is vooral het geval als de exploitant wettelijk is verplicht deze diensten aan te bieden en de diensten ook strekken tot bejaardenzorg. Of de exploitant van de assistentiewoning subsidie ontvangt, is in dit verband overigens irrelevant.
Wet: artikel 11, eerste lid, onderdeel f Wet OB 1968
Besluit: artikel 7, eerste lid en Bijlage B, onderdeel b sub 23 Uitv.besl. OB 1968
Meer informatie: Hof van Justitie van de EU, 21 januari 2016, C-335/14
Geef een reactie