Kan een werknemer in zijn hoedanigheid van enig bestuurder van een bv vrijelijk over de personenauto van de zaak beschikken en maakt hij ook daadwerkelijk gebruik van de auto? Dan moet zijn werkgever de autokostenbijtelling toepassen. Dit is alleen anders als de werknemer de auto alleen mag gebruiken voor het uitvoeren van bepaalde opdrachten van zijn werkgever of om in het belang van die werkgever personen of goederen te vervoeren.
Zo bezat een bv in een zaak voor de Hoge Raad een Mercedes. De bv bewaarde de sleutel van deze auto in een kluisje op haar bedrijfsadres. De bv had maar één bestuurder, die dankzij deze positie toegang had tot het kluisje met de autosleutel. De bestuurder gebruikte de Mercedes voor werkzaamheden die de bv ontplooide. Tot dit gebruik behoorde ook het bezoeken van voetbalwedstrijden met zakelijke relaties. De bv wist niet aannemelijk te maken dat de bestuurder de auto alleen mocht gebruiken voor zakelijke doeleinden. De Hoge Raad meende daarom dat de man zelfstandig kon bepalen of en hoe hij de auto kon gebruiken. De werkgever had dan ook de bijtelling moeten toepassen.
Wet: artikel 13bis, eerste lid Wet LB 1964
Meer informatie: Hoge Raad, 22 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:81
Geef een reactie