De afwezigheid van een administratie en van een accountant die de jaarrekening opstelt, ontheft een belastingplichtige niet van zijn aangifteplicht volgens Hof Arnhem-Leeuwarden.
Nadat een opleidingsbedrijf de aangifte vennootschapsbelasting (vpb) 2009 niet had ingediend, stelde de inspecteur de aanslag ambtshalve vast op € 15.000. Dat het bedrijf geen administratie had en geen accountant bereid bleek een jaarrekening op te stellen, betekende volgens het hof niet dat zij daarmee was ontheven van de aangifteplicht. De belastingplichtige kon niet volstaan met de opmerking ‘dat zich geen belastbare feiten hadden voorgedaan’. Over de onderbouwing van de inschatting van het belastbare bedrag door de inspecteur merkte het hof op dat deze mager was, aangezien die was gebaseerd op aanslagen van voorgaande jaren die ook ambtshalve waren vastgesteld. De schatting was echter niet onredelijk, gelet op de relatief beperkte hoogte ervan en het ontbreken van toereikende informatie. Met de stelling dat de belastingplichtige een lege vennootschap was zonder bankrekeningen, voldeed zij niet aan de verzwaarde bewijslast dat de aanslag tot een te hoog bedrag was vastgesteld. Net als de rechtbank, stelde ook het hof de inspecteur in het gelijk.
Wet: artikel 8 lid 1, 9 lid 1, 27e lid 1 en 67a Algemene wet inzake rijksbelastingen en paragraaf 21 lid 3 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15 december 2015 (gepubliceerd 8 januari 2016), ECLI:NL:GHARL:2015:9643
Geef een reactie