Bij koppelaankoop van een woon-winkelpand kan men in het jaar van de verkrijging van het pand (ook) het woongedeelte in redelijkheid etiketteren als ondernemingsvermogen. Maar dan kan men bij staking van de onderneming niet zomaar hierop terugkomen.
Hof Amsterdam besliste na verwijzing van de Hoge Raad dat een echtpaar bij de verkrijging van een woon-winkelpand niet aannemelijk kon maken dat het woongedeelte van het pand verplicht tot het privévermogen had moeten worden gerekend. De stelling van het echtpaar dat zij het pand ter belegging had aangeschaft, met het oog op hun oude dag, was onvoldoende. De inspecteur had terecht aangevoerd dat het echtpaar ten tijde van de aankoop de onderneming al dreef in het bedrijfsgedeelte van het pand, dat zij dit tot aan het moment van staking was blijven doen en dat zij het gehele pand moest kopen omdat het juridisch niet gesplitst was in een boven- en benedendeel. De aankoop van het pand moest daarom worden aangemerkt, als een koppelaankoop zoals bedoeld in een arrest van de Hoge Raad van 29 juni 2012. Het motief voor de aankoop van het gehele pand was volgens het hof gelegen in de ondernemingssfeer. Van een verplichte kwalificatie als privévermogen was dan ook geen sprake. Nu de aldus gemaakte keuze inmiddels onherroepelijke gevolgen heeft gehad, kon het echtpaar deze keuze niet met een beroep op de foutenleer herzien.
Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam, 20 oktober 2015 (gepubliceerd op 13 januari 2016), ECLI:NL:GHAMS:2015:5653
Geef een reactie