Als zowel een dga als zijn bv percelen grond bezit en de dga aan een derde meer grond verkoopt dan hij bezit, mag de inspecteur ervan uitgaan dat een deel van de verkochte grond feitelijk van de bv was. In dat geval kan een verkapte winstuitdeling hebben plaatsgevonden, die is belast als inkomen uit aanmerkelijk belang.
Zo had een dga van zijn broer in het jaar 2000 ongeveer 1.430 m2 aan grond overgenomen en daarvan 600 m2 doorverkocht aan zijn bv. In 2007 verkocht de bv in totaal 366 m2 aan grond, terwijl de dga in totaal 1.039 m2 aan grond verkocht. Omdat hij na de verkoop van grond aan zijn bv nog maar 830 m2 grond in eigendom was, concludeerde zowel de Belastingdienst als de Rechtbank Gelderland dat de dga ook grond van zijn bv had verkocht. De inspecteur wist zelfs aannemelijk te maken dat de dga de 234 m2 aan resterende grond van de bv had verkocht. Omdat aannemelijk was dat de bv hiervan op de hoogte was en de dga ook wilde bevoordelen, was hier sprake van een verkapte winstuitdeling. De rechtbank stond toe dat de inspecteur vanwege deze winstuitdeling de dga een navorderingsaanslag inkomstenbelasting oplegde.
Wet: artikel 4.12, onderdeel a Wet IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Gelderland, 27 september 2016 (gepubliceerd 18 oktober 2016), ECLI:NL:RBGEL:2016:5215
Geef een reactie