Het kabinet is voornemens de houdstercoöperatie inhoudingsplichtig voor de dividendbelasting te maken en hiermee het verschil met NV’s/BV’s (die reeds inhoudingsplichtig zijn) op te heffen. Dat maakt staatssecretaris Wiebes bekend in een brief aan de Tweede Kamer.
De coöperatie blijkt een steeds aantrekkelijkere rechtsvorm in internationale structuren omdat deze in beginsel niet inhoudingsplichtig is voor de dividendbelasting. Oneigenlijk gebruik van de coöperatie brengt een risico op staatssteun met zich. Het kabinet stelt daarom voor een inhoudingsplicht te introduceren indien en voor zover het lid een belang in de houdstercoöperatie heeft van 5% of meer. De coöperatie zal in die gevallen voor de dividendbelasting worden behandeld als een kapitaalvennootschap door de lidmaatschapsrechten gelijk te stellen met aandelen.
Inhoudingsvrijstelling
In ondernemingsstructuren waarin geen sprake is van misbruik zal echter een inhoudingsvrijstelling van toepassing zijn. Voor de antimisbruikregeling zal worden aangesloten bij bijvoorbeeld de algemene antimisbruikbepaling (GAAR) uit de Moeder-dochterrichtlijn, waardoor in het geval van kunstmatige constructies de vrijstelling niet zal worden toegepast en de vrijstelling uitsluitend in ondernemingsstructuren zal gelden.
Deelnemingsverhouding verdragsland
Ook in deelnemingsrelaties geldt een inhoudingsvrijstelling ingeval sprake is van een deelnemingsverhouding met een land waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten en geen sprake is van misbruik.
Na de huidige brief van Wiebes zal een wetsvoorstel volgen, waarbij het streven is dit wetsvoorstel uiterlijk per 1 januari 2018 in werking te laten treden.
Meer informatie: Brief over coöperaties en dividendbelasting (20 september 2016)
Geef een reactie