De minister van Veiligheid en Justitie ziet geen aanleiding om breder onderzoek te doen naar Nederlandse advocaten en notarissen in verband met hun rol bij dubieuze financiële constructies, zoals gebleken uit de Panama Papers.
Het betrokken notariskantoor heeft zelf contact gezocht met toezichthouder Bureau Financieel Toezicht (BFT). Het BFT heeft desgevraagd aangegeven een onderzoek te starten naar de handelwijze van het notariskantoor, en dat onderzoek wacht de minister af.
Volgens Van der Steur heeft de notaris als taak afspraken in akten vast te leggen en daarmee een soepel verlopend rechtsverkeer en de rechtszekerheid te bevorderen, maar is het vanzelfsprekend geen taak van het notariaat om mee te helpen onrechtmatig geld weg te sluizen en buiten het zicht van de fiscus te houden. De notaris is onder meer gehouden zijn dienst te weigeren als zijn werkzaamheden zouden leiden tot strijd met het recht of er met zijn handeling een ongeoorloofd doel of gevolg wordt beoogd. De notaris is bovendien altijd gebonden – ook als hij geen ambtelijke werkzaamheid verricht – aan de beroepsethische regels die voortvloeien uit de KNBverordeningen.
Het leven na de Panama Papers
Wat doet u als uw cliënt of uw kantoor genoemd wordt in de Panama Papers? Hoe voorkomt u verdere (reputatie)schade? Waar ligt de grens tussen ontwijking en ontduiking? Tijdens het Symposium Fiscale Risicoanalyse op 27 juni 2016 gaan 4 specialisten in op deze en andere belangrijke vragen. > Meer informatie en aanmelden
Meer informatie: Ministerie van Veiligheid en Justitie, 26 april 2016
Geef een reactie