Mantelzorgers konden tot 1 januari 2015 de partnervrijstelling voor de erfbelasting toepassen, mits een mantelzorgcompliment was verleend in het jaar voorafgaand aan het jaar van overlijden. Dat een mantelzorger pas in het jaar van overlijden op de hoogte raakte van de mogelijkheid om een mantelzorgcompliment aan te vragen, is een omstandigheid die voor zijn rekening komt.
Een zoon woonde samen met zijn moeder en verzorgde haar tot aan haar overlijden in 2013. In 2014 deed de zoon een beroep op de partnervrijstelling voor de erfbelasting. De inspecteur wees zijn verzoek af omdat hij niet aan te merken was als partner van de erflaatster in de zin van de Successiewet. Om in aanmerking te komen voor de partnerregeling voor mantelzorgers moest de zoon een mantelzorgcompliment hebben genoten voor zorg die was verleend in het jaar voorafgaand aan het jaar van overlijden, dus in 2012. Maar de zoon kreeg het mantelzorgcompliment pas in 2013 toegekend. Hij stelde dat hij tot 2012 niet wist van het bestaan van de regeling en voerde aan dat het niet-verlenen van de partnervrijstelling in strijd is met het verbod van ongelijke behandeling.
Gerechtvaardigd onderscheid
De rechter stelde voorop dat het enkele feit dat belanghebbende zelf zich niet eerder had verdiept in de regeling, en zich niet had gerealiseerd dat zijn moeder voor hem een mantelzorgcompliment kon aanvragen, voor zijn rekening kwam. Het niet-verlenen van de partnervrijstelling aan de zoon is volgens het hof niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel. De wetgever mocht omwille van de objectiviteit, uitvoerbaarheid en controleerbaarheid van de regeling een onderscheid maken tussen twee groepen. Enerzijds degenen die voor zorg in het jaar voorafgaand aan het jaar van overlijden een mantelzorgcompliment hebben genoten en anderzijds degenen die voor zorg in het jaar van overlijden een mantelzorgcompliment hebben genoten. Dat in gevallen waarin de partnervrijstelling wel van toepassing is minder belasting hoeft te worden betaald, brengt evenmin mee dat de belastingheffing over de verkrijging voor de zoon tot een buitensporige last leidt. De inspecteur had volgens het hof terecht alleen de vrijstelling geldend voor kinderen toegepast.
Let op!
Mantelzorgers kunnen sinds 1 januari 2015 geen aanspraak meer maken op de partnervrijstelling. Toepassing van de partnervrijstelling voor de erfbelasting is nog wel mogelijk bij overlijdens in het kalenderjaar 2015, op voorwaarde dat een mantelzorgcompliment is verkregen in 2014. Overigens de waardering van mantelzorgers is sinds 1 januari 2015 een expliciete taak van gemeenten geworden (zie: Partnervrijstelling voor mantelzorgers komt niet terug).
Wet: artikel 32, eerste lid, ten vierde, onder a van de Successiewet 1956
Meer informatie: Gerechtshof Den Haag, 20 april 2016 (gepubliceerd 10 mei 2016), ECLI:NL:GHDHA:2016:1215
Geef een reactie