Wie bij het splitsen van de voorbelasting wil afwijken van de pro rata methode, moet aannemelijk maken dat zijn methode een beter beeld geeft van het werkelijk gebruik dan de pro rata methode. De vloeroppervlakte van verhuurde panden is in beginsel geen goede indicator zijn van het werkelijke gebruik ten aanzien van de algemene kosten.
Een bv die onroerende zaken exploiteerde vond dat een splitsing op basis van de verhouding tussen de btw-belaste en btw-vrijgestelde omzet (pro rata methode) in haar geval geen goed beeld gaf van het werkelijke gebruik. Zij wilde de voorbelasting op haar algemene kosten, waaronder autokosten en accountantskosten, splitsen op basis van de verhouding in het gebruik van de vierkante meters vloeroppervlak van een pand en een aantal units. Rechtbank Gelderland zag niet in waarom de methode die de bv voorstelde beter was. Als de bv de voorbelasting in de autokosten wilde splitsen op basis van werkelijk gebruik, lag het meer voor de hand om uit te gaan van een kilometeradministratie. Maar de bv had geen kilometeradministratie bijgehouden. Zij had alleen maar gesteld dat een berekening op basis van de vloeroppervlakte de meest aannemelijke methode was. Deze stelling was echter niet nader onderbouwd. De rechtbank verklaarde het beroep van de bv op dit punt ongegrond.
Wet: artikel 15, vierde en zesde lid Wet OB 1968
Beschikking: artikel 11 Uitv.besch. OB 1968
Meer informatie: Rechtbank Gelderland, 10 mei 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:2440
Geef een reactie