Het EU-Hof van Justitie oordeelt opnieuw dat de maatstaf van heffing bij interne levering de waarde van elementen kan omvatten waarover eerder al btw is betaald maar ook al in aftrek is genomen. Indien een zo’n element een recht van erfpacht is, is het de gekapitaliseerde waarde van de erfpachtcanon die tot de maatstaf van heffing van de interne levering behoort.
In de zaak Oudeland beheer verwierf Oudeland BV een erfpachtrecht op een stuk grond, waarop een kantoorpand in aanbouw stond. Over dat erfpachtrecht had Oudeland BV meteen btw betaald en in aftrek genomen. De Hoge Raad legde het EU-Hof van Justitie nu de vraag voor in hoeverre de vestiging van het recht van erfpacht en de afbouwkosten van de opstal mochten worden betrokken in de maatstaf van heffing voor deze interne levering. Het antwoord van het HvJ is in lijn met eerdere arresten van dit hof en het advies van A-G Mengozzi (zie: Oudeland Beheer; interne levering richtlijnconform en maatstaf van heffing bij erfpacht). Interne levering is mogelijk over elementen waarover al btw is betaald, en vervolgens in aftrek is genomen. De maatstaf van heffing kan echter in geen geval een waarde omvatten waarover wel btw is betaald maar niet in aftrek is genomen. Wat de erfpachtcanon betreft is het de gekapitaliseerde waarde van de canon die tot de maatstaf van heffing behoort. Dit volgens dezelfde berekeningsmethode als voor de bepaling van de waarde bij de vestiging van het erfpachtrecht.
Wet: : artikel 8, derde lid, Wet op de omzetbelasting 1968 en artikel 5, eerste lid en vijfde lid, Uitvoeringsbesluit OB; artikel 11 a lid 1 onderdeel b zesde richtlijn btw.
Meer informatie: HvJ, 28 april 2016, C-128/14
Geef een reactie