De fiscus kan naast de formele bestuurder van een bv ook een aandeelhouder die zich tegenover derden presenteert als ware hij de (mede)bestuurder van de onderneming, aansprakelijk stellen voor belastingschulden van de bv.
In een zaak voor Hof Arnhem-Leeuwarden had de ontvanger van de belastingen een voormalig echtpaar aansprakelijk gesteld voor de belastingschulden van een bv. De vrouw was formeel bestuurder van de bv en de man gedroeg zich volgens de ontvanger daadwerkelijk als een bestuurder. Dit bleek onder meer uit de ondertekening van een BBZ-lening bij de gemeente en een bedrijfskrediet met de bank, maar ook uit de verantwoordingsbrief van de accountant. De betrokkenheid van de man bij deze belangrijke beslissingen van de onderneming bevestigden volgens het hof dat de man (mede) het beleid van de onderneming bepaalde. De man had bovendien als feitelijk bestuurder onverantwoorde risico’s genomen in de drie jaren voorafgaand aan de dag waarop de meldingen van betalingsonmacht uiterlijk gedaan hadden moeten worden. Zo was een bedrag van ruim € 100.000 onttrokken aan de bv doordat de betalingen voor verrichte werkzaamheden niet aan de bv waren betaald. Dit bedrag werd gestort op de rekening van de privéonderneming van de man. De handelingen van de man waren niet zodanig geweest dat een redelijk denkende bestuurder niet anders zou hebben gehandeld. Het hof oordeelde dat de ontvanger beide aandeelhouder terecht aansprakelijk had gesteld voor de schulden van de bv. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie van de bestuurder zonder nadere motivering ongegrond.
Wet: artikel 36 Invorderingswet 1990
Meer informatie: Hoge Raad, 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:533
Geef een reactie