De inspecteur mag zijn beslissing op bezwaar niet zomaar uitstellen omdat hij zelf nog niet voldoende informatie ontvangen zou hebben. De Hoge Raad verlaagt echter de door het hof bepaalde dwangsom niet tijdig beslissen.
De inspecteur had in deze zaak eerder met succes een civiele vordering tot informatie gedaan (Hoge Raad 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:1042). De daarna door belanghebbende verstrekte aanvullende informatie was volgens de inspecteur niet volledig. Toch legde hij uiteindelijk navorderingsaanslagen op. In geschil bij de Hoge Raad was of Hof Den Bosch terecht had geoordeeld dat de inspecteur vanwege het niet tijdig doen van uitspraak op het bezwaar tegen de aanslagen nu zelf een dwangsom was verschuldigd oplopend tot maximaal € 1.620.000 (zie: Inspecteur hangt dwangsom van € 1,6 miljoen boven het hoofd). De Hoge Raad oordeelde dat het hof er ten onrechte vanuit was gegaan dat de belastingaanslagen, de uitspraken op de bezwaren tegen de boetebeschikkingen en de uitspraken op de bezwaren tegen de heffings- en belastingrentebeschikkingen aparte beslissingen waren. Er kon slechts één dwangsom worden verbeurd. De Hoge Raad verlaagde het maximum om die reden van € 1.620.000 tot € 540.000 en het bedrag van de al door de inspecteur verbeurde dwangsom naar € 22.680.
Wet: artikel 4:15, lid 2, letters b en c, Awb en artikel 4:17 Awb
Meer informatie: Hoge Raad, 25 maart 2016, ECLI:NL:HR:016:485
Geef een reactie