Het ontwikkelen en in productie nemen van een innovatief product kost tijd. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden bleek uit de bedrijfsvoering van een ontwikkelaar van een insectenvanger een objectieve winstverwachting, ook al was nog geen winst gerealiseerd.
Een man had al enkele jaren een klein klusbedrijf en plannen voor een diervriendelijke insectenvanger, “waarbij het insect niet wordt gedood, maar op een andere gewenste plaats kan worden vrijgelaten, zodat ook muren en plafonds vlekvrij kunnen worden gehouden.” Tot en met 2010 kwalificeerde hij zelf het inkomen hieruit als resultaat overige werkzaamheden. Voor 2011 gaf hij zijn inkomen aan als winst uit onderneming en claimde daarbij bovendien meer dan 500 uur te hebben besteed aan S&O-werkzaamheden. Inspecteur en rechtbank vonden dat de werkzaamheden (nog) niet als winst uit onderneming waren te kwalificeren. Ze hadden bovendien kritiek op de urenregistratie voor zowel het urencriterium als de S&O-werkzaamheden.
Hof oordeelt anders
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde het hoger beroep gegrond. Zowel voor kluswerkzaamheden als de ontwikkelingsactiviteiten was inderdaad sprake van een (bescheiden) organisatie van kapitaal en arbeid, deelname aan het maatschappelijk verkeer en voordeel beogen en redelijkerwijze kunnen verwachten. In 2011 leverden de ontwikkelingswerkzaamheden weliswaar nog geen winst op, maar waren naar het oordeel van het hof serieuze stappen gezet waardoor het aannemelijk was geworden dat positieve resultaten in de toekomst waren te verwachten. De administratie voldeed en aan het urencriterium was voldaan. Helaas kwam de man vijf S&O-uren te kort.
Wet: artikel 3.6 Wet IB 2001, artikel 3.77 Wet IB 2001
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15 maart 2016 (gepubliceerd 25 maart 2016), ECLI:NL:GHARL:2016:2137
Geef een reactie