De omstandigheid dat in de akte van levering van een woning een bedrag van de koopsom wordt kwijtgescholden, brengt niet mee dat het object van deze schenking voor de successiewet de woning is.
Een vader verkocht in 2010 een woning aan zijn dochter en schoonzoon (WOZ-waarde € 258.000) voor een bedrag van € 250.000, waarover 6% overdrachtsbelasting werd voldaan. In de akte van levering schold de vader van de koopsom € 40.000 kwijt. A-G IJzerman betoogde in zijn conclusie dat hof en rechtbank terecht het verschil tussen de koopprijs en WOZ-waarde ook tot de schenking rekenden (zie: Berekening schenkbelasting bij gedeeltelijke kwijtschelding koopsom ter discussie. Vergelijk ook: Woorden overleden moeder zuur voor zoon). Dit omdat de schenkbelasting in deze situatie niet mocht afwijken van de schenkbelasting die van toepassing was geweest als direct een lagere verkoopprijs van € 210.000 was gekozen. Volgens de Hoge Raad is dit onjuist. De woning was tegen de waarde in het economisch verkeer ten tijde van de overdracht verkocht. De verkoop van de woning tegen een prijs die gelijk is aan de waarde in het economische verkeer kan geen schenking opleveren, omdat door die handeling de koper niet wordt verrijkt ten laste van het eigen vermogen van de verkoper. De WOZ-waarde was niet relevant en de schenking bedroeg € 40.000.
Wet: artikel 1 lid 7, artikel 21 lid 5, en artikel 24 lid 2 Successiewet (tekst 2010)
Meer informatie: Hoge Raad 26 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:319 en ECLI:NL:HR:2016:320
Geef een reactie