Strekt tweede hypotheek van dga tot zekerheid voor het door de bv nu óf in de toekomst aan de bank verschuldigde? Geen onafhankelijke derde zou eenzelfde debiteurenrisico lopen, aldus Hof ’s-Hertogenbosch.
Na verwijzing door de Hoge Raad onderzocht Hof ’s-Hertogenbosch in deze zaak of de aanvaarding van de hoofdelijke aansprakelijkheid door een enig aandeelhouder in verband met een lening van de bank aan zijn bv, moest worden aangemerkt als een handelen van een aandeelhouder als zodanig. Volgens de inspecteur zou een onafhankelijke derde in dit geval een dergelijk risico niet genomen hebben. Hij verwees hierbij naar het veelal negatieve eigen vermogen van de bv, de belastbare winsten die ook veelal negatief waren, het ontbreken van een overeenkomst tussen de dga en de bv inzake de hoofdelijke aansprakelijkheid en de toekomstige zekerheid die de dga had gesteld voor alles dat de bv aan de bank verschuldigd zou worden. Hof ’s-Hertogenbosch was het met de conclusie van de inspecteur eens. Dat de verstrekte tweede hypotheek ook tot zekerheid strekte voor al hetgeen de vennootschap nu of in de toekomst aan de bank schuldig zou zijn, gaf daarbij de doorslag. Geen onafhankelijke derde zou bereid zijn onder deze voorwaarde eenzelfde debiteurenrisico te lopen. Het uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voortvloeiende verlies kon daarom niet ten laste van het resultaat uit overige werkzaamheden worden gebracht.
Meer informatie: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 25 september 2015 (gepubliceerd 29 februari 2016), ECLI:NL:GHSHE:2015:3716
Geef een reactie