Per 1 januari 2015 is het Besluit proceskosten bestuurskosten gewijzigd. Dit besluit strekte ertoe om de regeling voor samenhangende zaken te verruimen. Hof Arnhem-Leeuwarden heeft onlangs duidelijk gemaakt wat sindsdien onder het begrip ‘samenhangende zaken’ moet worden verstaan.
In deze WOZ-zaak was in geschil of ook was voldaan aan het vereiste dat de werkzaamheden van de gemachtigde nagenoeg identiek konden zijn. Aan de andere drie vereisten voor samenhang was namelijk wel voldaan. Het hof stelde voorop dat de beantwoording van de vraag of sprake is van samenhangende zaken per fase van de procedure moet worden beoordeeld. Bovendien moeten alleen die zaken in aanmerking worden genomen waarbij vanwege de gegrondheid van het bezwaar een proceskostenvergoeding is toegekend of waarbij de rechter of het bestuursorgaan in de proceskosten is veroordeeld. Naar het oordeel van het hof leidt de uitleg van de Hoge Raad in het arrest van 1 oktober 2004 ertoe dat als in WOZ-zaken per afzonderlijk object aan de hand van de objectkenmerken en gehanteerde vergelijkingsobjecten de WOZ-waarde moet worden beoordeeld, de werkzaamheden van de gemachtigde in elk van die zaken niet nagenoeg identiek konden zijn. De werkzaamheden betreffen dan immers de individuele omstandigheden per object. Deze uitleg brengt mee dat wel kan zijn voldaan aan het desbetreffende vereiste als woningen of objecten aan de orde zijn die identiek zijn, in die zin dat de onderlinge verschillen verwaarloosbaar zijn, zoals bij appartementen in eenzelfde complex.
Wet: artikel 3, tweede lid, Besluit proceskosten bestuursrecht
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26 januari 2016, (gepubliceerd 5 februari 2016), ECLI:NL:GHARL:2016:697
Geef een reactie