Incentives worden door verhuurders (uitsluitend) verstrekt met het oogmerk nieuwe huurders te trekken en zijn hoger naarmate leegstand en aanbod hoger zijn. Indien een investeringsbijdrage met datzelfde oogmerk door een verhuurder wordt geboden is dat dus ook een incentive, aldus Rechtbank Limburg.
Een verhuurder van bedrijfspanden bood om huurders aan te trekken, huurders een flinke investeringsbijdrage. Indien deze investeringsbijdrage voor de WOZ-bepaling met de huurwaardekapitalisatie methode als incentive kwalificeerde, was de WOZ-waarde voor zijn panden twee keer zo laag als de gemeente had bepaald. Rechtbank Limburg zag geen aanleiding een onderscheid te maken tussen als incentive erkende huurkortingen of huurvrije periodes enerzijds en een investeringsbijdrage anderzijds, enkel en alleen omdat de investeringsbijdrage door een huurder moet worden uitgegeven wil hij er voor in aanmerking komen en daarom niet als inkomsten kan worden aangemerkt. De rechtbank gaf de verhuurder gelijk en verlaagde de WOZ-waarden.
Wet: artikel 17, lid 2, Wet WOZ
Meer informatie: Rechtbank Limburg, 20 januari 2016 (gepubliceerd 4 februari 2016), ECLI:NL:RBLIM:2016:423
Geef een reactie