Of een adviseur een te hoge rekening-courantschuld van de dga aan zijn bv fiscaal (onbelast) kan ‘wegstrepen’ door zich simpelweg te beroepen op de navorderingstermijn is vooral een ethische kwestie, aldus prof. Edwin Heithuis in Tax Talks.
In de praktijk neemt de inspecteur vaak het standpunt in dat een hoog oplopende rekening-courantschuld van de dga aan zijn bv verkapt dividend is in een jaar. Gaat de adviseur zelf actief de stelling promoten dat de rekening-courantschuld niet in dat jaar maar zes jaar geleden al niet kon worden afgelost? Dan kan de schuld toch nog binnen de navorderingstermijn vallen als de inspecteur een ander standpunt inneemt. Daarnaast moet de adviseur zich ook afvragen wat hij met de toenames in de tussenliggende periode gaat doen, die wel binnen de navorderingstermijn van vijf jaar gaan vallen. Is dat ook verkapt dividend, dan kunnen navorderingsaanslagen inclusief boetes en rentes volgen. En natuurlijk de formele vraag: heeft de adviseur wel de vereiste aangifte gedaan als hij in de tussenliggende vijf jaren niks heeft gedaan en een rekening-courantschuld van een bepaald niveau in de aangifte verwerkt en later toch meent dat het niet klopt? Dit roept ook de vraag op of de adviseur niet medeplichtig is aan de facto het om zeep helpen van de ab-claim, en zelf ook een boete zou kunnen krijgen.
Ethiek
Heithuis raadt deze actie af niet alleen vanwege alle risico’s die eraan kleven, maar vooral vanwege het ethische aspect. De ab-claim om zeep helpen met een formeel foefje is niet ethisch. Adviseurs verbonden aan de NOB en RB hebben immers de belofte gemaakt hun functie eervol en met waardigheid te vervullen.
Wet: artikel 67o AWR
Meer informatie: TaxTalks, 2 februari 2016
Geef een reactie