Het voorstel van het CDA om voor mantelzorgers de partnervrijstelling in de erfbelasting te laten terugkeren en daarvoor aan te sluiten bij de gemeentelijke blijk van waardering, is volgens staatssecretaris Wiebes van Financiën geen goed plan.
Tot 1 januari 2015 konden inwonende (eerstegraads) familieleden met een mantelzorgcompliment aanspraak maken op een verhoogde partnervrijstelling van ruim € 600.000 voor de erfbelasting. Maar nu de grondslag voor het mantelzorgcompliment met de inwerkingtreding van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) is vervallen, is daarmee ook de grondslag voor de gekoppelde vrijstelling verdwenen. Sinds de komst van de Wmo 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor het waarderen van mantelzorgers van cliënten die in hun gemeente woonachtig zijn. Deze waardering kan een geldbedrag zijn maar ook een waardering in natura, zoals een bloemetje of een bioscoopbon.
Mantelzorger moet het doen met bloemetje
Op 15 september 2015 heeft de staatssecretaris in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat hij niet van plan is de partnervrijstelling in de erfbelasting op een andere wijze voor mantelzorgers te laten voortbestaan. Aansluiten bij de gemeentelijke blijk van waardering is volgens de staatssecretaris niet mogelijk, omdat gemeenten op grond van de Wmo 2015 onder meer vrij zijn om te bepalen hoeveel mantelzorgers per cliënt een blijk van waardering kunnen krijgen. Het koppelen van de Successiewet 1956 aan de gemeentelijke blijk van waardering zou betekenen dat aanzienlijk grotere aantallen mensen voor de partnervrijstelling in de Successiewet 1956 in aanmerking zouden komen. Een gemeentelijke maatwerkregeling met autonome beleidsvrijheid leent zich bovendien niet als basis voor een vrijstelling in een generieke landelijke regeling.
Meer informatie: Ministerie van Financiën, 22 februari 2016
Geef een reactie