Met een geldige ‘Attestatie de Vitae’ kan iemand bewijzen dat hij op een bepaald moment in leven was. Zo’n document is echter geen bewijs dat iemand is geëmigreerd, zo blijkt uit een uitspraak van Hof Amsterdam.
Een man die eigenaar was van een woning in Nederland had verklaard in 2005 zijn woonplaats in Thailand te hebben. Hij probeerde dit te bewijzen door het overleggen van zogeheten ‘Attestaties de Vitae’ die zouden zijn ondertekend door de Nederlandse ambassade in Bangkok. De Belastingdienst meende dat deze documenten vervalsingen waren. Maar dat was volgens de belastingrechter niet eens van belang. De attestatie houdt namelijk niet meer in dan dat bewezen is dat iemand nog in leven is. Uit niets bleek dat de Nederlandse ambassade de fiscale woonplaats van de man had onderzocht. De man kwam nog met andere stukken aanzetten. Zo overlegde hij een verklaring van zijn huisarts, waarin de huisarts schreef dat de man tegenover hem had gesteld niet meer in Nederland te wonen. Ook liet de man een verklaring zien van een organisatie die vermeldde dat hij was verzekerd volgens een ‘International Healthcare Plan’. Maar geen van beide verklaringen vormden bewijs dat de man naar Thailand was geëmigreerd. Het hof oordeelde dat de man in 2005 nog steeds in Nederland woonde.
Richtlijn: artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a Wet IB 2001
Meer informatie: Hof Amsterdam, 4 februari 2016 (gepubliceerd 10 februari 2016), ECLI:NL:GHAMS:2016:405
Geef een reactie