Hof Den Haag gaf volgens de Hoge Raad onterecht andere redenen dan een sluitende kilometeradministratie als motivering voor het buiten toepassing laten van de bijtelling voor privégebruik van een ter beschikking gestelde auto.
In de Wet LB wordt aangenomen dat een werknemer een ter beschikking gestelde auto ook privé gebruikt. Indien de inspecteur aannemelijk kan maken dat de auto aan de werknemer ter beschikking is gesteld, is de bijtelling voor privévoordeel dus in beginsel een feit. Een enkele keer lukt de inspecteur dat niet. Dit bijvoorbeeld omdat werknemers niet de feitelijke macht over een auto uitoefenen (zie: Geen bijtelling als privégebruik auto niet aannemelijk is). Normaal gesproken kan bijtelling echter alleen achterwege blijven als met een sluitende kilometeradministratie aangetoond kan worden dat minder dan 500 km privé is gereden met de auto.
Onjuiste motivering Hof
Een loodgietersbedrijf kon geen km-administratie overleggen voor een Toyota Landcruiser. Hof Den Haag concludeerde bovendien dat het bedrijf de auto wel ter beschikking had gesteld aan de dga, maar somde vervolgens redenen op waarom privégebruik toch niet aannemelijk was. Dat vond de Hoge Raad een onbegrijpelijke manier van redeneren. Indien het hof aan zijn oordeel ten grondslag had gelegd dat alleen het privégebruik door de dga zelf in dit verband van belang was, steunde de beslissing op een onjuiste rechtsopvatting, merkte de Hoge Raad ook nog op. De Hoge Raad verwees de zaak naar Hof Amsterdam voor nader onderzoek.
Wet: Artikel 13bis, lid 1, laatste volzin en lid 2 (tekst 2008) respectievelijk lid 4 (tekst 2009-2011), Wet LB 1964.
Meer informatie: Hoge Raad 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1030
Geef een reactie