Advocaat-Generaal Niessen oordeelt dat er geen wettelijke bevoegdheid bestaat voor de Belastingdienst om ANPR-gegevens te gebruiken als bewijs ter controle van rittenregistratie. Dit is volgens de A-G in strijd met de privacy zoals vastgelegd in artikel 8 EVRM.
‘Zo al zou worden geoordeeld dat een bevoegdheid zoals het verkrijgen van ANPR-gegevens toch uit de wet, bijvoorbeeld artikel 11 AWR, kan worden afgeleid, dan is deze daarin toch zo onhelder en zonder waarborgen voor de bescherming van de privacy geregeld dat ook in dat geval niet kan worden gesproken van een wettelijke basis die voldoet aan de eisen die het EHRM daaraan stelt in verband met artikel 8 EVRM,’ aldus de Advocaat-Generaal.
Niessen concludeert om die reden tot gegrondverklaring van het namens belanghebbende ingestelde cassatieberoep. Het gevolg is volgens de A-G dat de met de ANPR-camera's verkregen gegevens niet mogen worden gebruikt bij het opleggen van de naheffingsaanslagen aan belanghebbende. Ook overweegt hij dat de Hoge Raad de zaak zelf kan afdoen, hetgeen zal moeten resulteren in het vernietigen van de naheffingsaanslagen.
Meer informatie: Parket bij de Hoge Raad, 16 augustus 2016, ECLI:NL:PHR:2016:853
Geef een reactie